Spoor-de Groot, Dick en Rie
Het echtpaar Spoorde Groot dreef een tabakszaak en postagentschap. Zij boden onderdak aan de ondergedoken gebroeders Levie van nummer 15 in de straat. Via melkhandelaar Piet Linck in de Van Oldebarneveldtstraat kwamen zij in contact met de gebroeders Johannes en Marinus Post. Dick Spoor (1907-1993) ging deel uitmaken van de knokploeg van Marinus Post (de KP-‘Evert’). Na de dood van Marinus Post op 17 november 1944 werd Spoor de leider van het restant van de KP (vijf mannen en drie vrouwen, onder wie Herman Lugthart en Atie Visser). Een deel van de KP vertrok naar het ‘Pas op’ kamp in Nunspeet waardoor de activiteiten van de KP beperkt bleven.
Spoor bood ook enige tijd onderdak aan de Amerikaanse piloot Tom Angott wiens B17G-bommenwerper op 26 september 1944 bij Lisse was neergestort. Twee andere bemanningsleden zaten elders in Leiden ondergedoken, een vierde in de Haarlemmermeer. De overige bemanningsleden hadden de crash niet overleefd of waren gevangengenomen.
Volgens een verklaring van Atie Ridder-Visser in 2011 was Spoor ook medeplichtig aan de moord op de directeur van de Hollandse constructiewerkplaatsen Felix Guljé op 1 maart 1946, maar daarover bestaat geen zekerheid.
Het echtpaar Spoor-de Groot werd geïnterviewd voor het project Ook in Leiden.