De familie Christiaanse bood onderdak aan drie Joodse onderduikers, namelijk Wolf Biedak en zijn zoon Bob (Samuel), beiden uit Rotterdam, en mw. Cohen-Bialystok. Verder huurden zij het pand Oude Singel 146, waar Antje Holthuis en Mien Lubbe voor een aantal Joden en niet-Joden onderdak boden. Johannes Christiaanse overleed in 1983… verder lezen ».
Alexander Maximiliaan Gerardus Bernard is ongetwijfeld een van de markantste personen uit de Leidse illegaliteit. Over zijn illegale activiteiten is bijzonder veel bekend, omdat hij een gedetailleerd archief heeft nagelaten en in de laatste jaren voor zijn overlijden een aantal interviews heeft gegeven, onder andere voor het project Ook in… verder lezen ».
Zonder twijfel is Hijme Stoffels (1907-1975) een van de centrale personen uit de Leidse illegaliteit geweest. Over zijn activiteiten is veel bekend, maar vreemd genoeg weten we nauwelijks hoe hij te werk is gegaan. Stoffels was weliswaar een centraal figuur, maar, precies als een spin in het web, solitair. Hijme… verder lezen ».
Cornelis Beekenkamp (1903) was vanaf 1931 gemeenteraadslid voor de Antirevolutionaire partij (AR). Bij het begin van de oorlog was hij in het dagelijks leven adjunct-secretaris van de dr. A. Kuyperstichting in Den Haag. Nadat deze antirevolutionaire stichting was opgeheven, werd hij jurist bij het Rijksbureau voor Textiel in Den Haag…. verder lezen ».
Jan Jonk (1895), vader van zeven kinderen, was eind 1942 schrijver bij de dienst Sociale Zaken van de gemeente Leiden. Hij werd gearresteerd in verband met de hulp aan ondergedoken Joden. Op 5 april 1945 werd hij gefusilleerd in de buurt van Kamp Amersfoort, tegelijk met zeven andere mannen. Jan… verder lezen ».
Klaas Rep was chef van de winkel van Albert Heijn in de Haarlemmerstraat. Hoewel er weinig over hen bekend is, moeten Klaas en Rika actief zijn geweest bij de hulp aan ondergedoken Joden. Rika Rep-Grobfeld was zelf Joodse. Zo brachten zij een contact tot stand tussen de winkelier Jacob van… verder lezen ».
De gereformeerde predikant R.C. (Roelof) Harder was in mei 1939 van uit Bandoeng naar Leiden gekomen. Tot zijn takenpakket behoorde de prediking onder de “Oosterlingen” en de “Oosterse” studenten. In 1943 (mogelijk eerder) raakte Harder betrokken bij het onderduiken van Joden en bij de activiteiten van de Landelijke Organisatie voor… verder lezen ».
Van begin 1943 tot aan de Bevrijding verborgen Karel en Petronella Millaard-Claasen in hun huis Pien Leverpoll, die door Marinus Mussert werd gebracht. Een half jaar voor het einde van de oorlog namen zij ook Hannie, een dochter van Pien, in huis. Die was eerder ondergebracht bij Neeltje Kors-Paats. Nel… verder lezen ».