locaties
Onderduikadres Leuvenstraat 1
Op 2 maart 1944 werden hier door rechercheur Biesheuvel van de Leidse Documentatiedienst twee Joodse vrouwen uit Amsterdam gearresteerd…. verder lezen ».
Op 2 maart 1944 werden hier door rechercheur Biesheuvel van de Leidse Documentatiedienst twee Joodse vrouwen uit Amsterdam gearresteerd…. verder lezen ».
Hotel-café Bamberger was een gevestigde naam voor vergaderingen, bruiloften, feesten en partijen. De weduwe Sophia Bamberger-Rosenbaum (1868) en haar dochter Mietje van Kloeten-Bamberger (1896) waren volgens het Algemeen Politieblad van 3 december 1942 ondergedoken. Zij werden gearresteerd en werden op 10 juli 1943 naar Westerbork overgebracht. Drie dagen later gingen… verder lezen ».
Eliazar B. de Metz (1905). Eliazar de Metz vestigde zich in 1934 in Leiden als apotheker van de Zuiderapotheek. Eerst op het adres Korevaarstraat 51, een jaar later aan de Lammenschansweg 58 (toen geheten Kamerlingh Onneslaan 28). In 1939 verhuisde hij weer naar Lammenschansweg 7 (toen nummer 4). Hij woonde… verder lezen ».
Israël en Betje van der Sluis-Cohen werden in 1943 vermoord in Sobibór. Hun zoon Johnny stierf begin 1944 in KZ Neuengamme…. verder lezen ».
Bakker Joseph Michael Weijl (1885) en zijn zussen Helena (1882), Judith (1886) en Alida (1892) werden op 26 maart 1943 in Sobibór vermoord. Helena en Judith hadden boven de bakkerij een naaiatelier. Alida werkte op het Leidse belastingkantoor. Allen waren ongehuwd. Zus Hanna (1889) woonde in Den Haag; zij was… verder lezen ».
De familie Vreeland stond in het Algemeen Politieblad van 10 december 1942 geregistreerd als ondergedoken. Vader Machiel (1898) en moeder Sientje Vreeand-Kops (1902) werden op 3 mei 1943 door de Leidse politie gearresteerd in Koudekerk aan den Rijn. Hun kinderen Sara (1925) en Anna (1929) werden dezelfde avond in de… verder lezen ».
Bernardus Davidson (1904) gaf eind 1940 thuis les in stenografie. Hij en zijn vrouw Chaja Davidson-Lubinski (1895) werden op 26 maart 1943 in Sobibór vergast…. verder lezen ».
Arthur Thors, in 1880 in Leiden, was wolhandelaar. In september 1942 kreeg de CV een Liquidationstreuhänder toegewezen. Het pand, dat eigendom was van Thors, werd op 1 mei 1943 verkocht. Arthur, zijn vrouw Martha Thors-Adler, geboren in Limburg an der Lahn (D) in 1886, en hun twee dochters werden op… verder lezen ».