Bruijn, Cornelis de

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

Cornelis de BruijnNa de Bevrijding werd Cornelis de Bruijn (1892-1975) van 5 juli tot 1 september 1945 commandant van het interneringskamp voor politieke verdachten in de Doelenkazerne. De opzet van dit kamp was al in de laatste maanden van de Bezetting geregeld door de Binnenlandse Strijdkrachten. Daar was hij ook officier van, maar over zijn positie of activiteiten in de BS is verder niets bekend, behalve dat zijn schuilnaam “Zwart” was. In het dagelijks leven was De Bruijn leraar lichamelijke opvoeding aan de Christelijke HBS aan de Kagerstraat. De Bruijn kreeg eind augustus ongevraagd ontslag vanwege klachten tegen zijn functioneren.

 

 

Cornelis de Bruijn krijgt groot verlof

Cornelis de Bruijn krijgt groot verlof

Bijzondere Vrijwillige Landstorm
De leerlingen van de HBS zullen misschien op een ietwat militaire manier zijn onderwezen want De Bruijn had duidelijk veel affiniteit met de militaire wereld. In dienst had hij de rang van reserve-kapitein bereikt en in de jaren dertig was hij lid van de plaatselijke Landstormcommissie. Zelf zat hij in 1940 bij het korps Luchtwachtdienst van de Bijzondere Vrijwillige Landstorm. Waarschijnlijk was hij lid van de Nederlandse Vereniging voor Luchtbescherming. Met mensen als de apotheker D.C. Kok, de bankier E. Moens en de secretaris van de Leidse afdeling dr. T. Potjewijd had hij in 1939 een tentoonstelling over de luchtbescherming georganiseerd in de Stadsgehoorzaal .

De Ordedienst van de luchtbescherming
Erfgoed Leiden e.o. heeft een collectie documenten van De Bruijn waarin een aantal bijzondere papieren voorkomen. Een stempeltje op de documenten laat een datum zien: 3 februari 1941. En op de documenten staat getypt “geheim” of zelfs “zeer geheim”. Er is sprake van bewapening met een pistool. De documenten gaan over een indeling in wijken en kwartieren onder een Plaatselijk Commandant. Ook zijn er instructies voor uitkijkposten en het controleren van vergunningen om iemand door te laten of toe te laten door de stad.
Het zijn ongetwijfeld documenten van de Ordedienst van de luchtbeschermingsdienst, die in 1941 werd opgericht. Deze Ordedienst werd in Leiden actief vanaf begin juli 1941 om de naleving van de verduisteringsvoorschriften te controleren. Tot dan was dat een taak geweest van de politie. Het telefoonnummer 22244 was dat van de afdeling luchtbescherming op het politiebureau.
De controle op verduistering bleek een ondankbare taak waarbij men het risico liep te worden uitgescholden. De leden kregen een uniform; ’s nachts droegen ze een stalen helm. Maar waarom waren de instructies “zeer geheim”? Kennelijk had de Ordedienst in bijzondere situaties nog een speciale taak van hulppolitie, die niet aan de grote klok werd gehangen. Overigens is (nog) niet bekend welke functie De Bruijn bij de Ordedienst heeft gehad.

De afbeeldingen zijn afkomstig uit de collectie C.A. de Bruijn van ELO, toegang 1428. Deze collectie is gedigitaliseerd en te zien op de beeldbank WO2 van ELO.