Moens-Ledeboer, Eppo en Johanna
In 1940 was Eppo Moens (1903) directeur geworden van de Amsterdamse Bank in Leiden. De bank had het Noord-Hollands Landbouwkrediet overgenomen, waarvan Moens directeur was. Naast zijn dagelijks werk vervulde hij tal van maatschappelijke functies, vaak als penningmeester of secretaris. Vooral het Rode Kruis had zijn voorliefde, die tot op latere leeftijd zou voortduren.
Rode Kruis
In september 1944 werd het Nederlandse Rode Kruis onder leiding gesteld van een NSB’er, reden waarom veel leden hun lidmaatschap opzegden. Men vreesde dat het Rode Kruis een door NSB’ers gedomineerde organisatie zou worden. Bij de Leidse afdeling werd het materiaal weggehaald uit het depot en opgeslagen in afwachting van betere tijden. In de Hongerwinter dook het personeel onder en kreeg drie maanden salaris vooruitbetaald. Daarna nam het Nationaal Steunfonds de uitbetaling van de lonen over. In totaal keerde het NSF fl. 71.000 uit. Moens zorgde ervoor dat de kas werd veiliggesteld en regelde hoogstwaarschijnlijk de financiering van het NSF.
Zeemanspot en Nationaal Steunfonds (NSF)
Verder wordt Moens genoemd als een van de twee ‘voogden’ van de Zeemanspot, maar voor zover valt na te gaan had hij geen maritieme achtergrond. Wel was hij voor de oorlog enkele jaren secretaris geweest van de vereniging Onze Vloot.
Johanna Moens-Ledeboer
Johanna Moens-Ledeboer (1905-1993) wordt in 1939 genoemd als penningmeester van het breicomité voor militairen in Leiden en omgeving. Dit comité beijverde zich tijdens de mobilisatie voor het (laten) breien van bivakmutsen, wanten, dassen en sokken voor de gemobiliseerde Nederlandse militairen. Het was een comité van de Vrijwillige Vrouwelijk Hulp (VVH).
Eppo Moens overleed in 1987 op 83-jarige leeftijd.