De Vereniging voor Nationale Veiligheid

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

“Het doel van de Vereniging voor Nationale Veiligheid is de ontwikkeling der nationale krachten die dienstbaar gemaakt kunnen worden aan de verhoging der nationale en in verband daarmede der internationale veiligheid. Zij beoogt een geest van weerbaarheid vaardig te doen worden en de militaire weerkracht te verhogen”, aldus de tekst in een brochure van de vereniging uit 1937. Om dit doel te bereiken werden bijeenkomsten georganiseerd “om over de politieke en strategische positie van Nederland en Nederlands-Indië te spreken”. Ook werden er brochures en pamfletten verspreid.

De vereniging was in 1934 opgericht en stond onder voorzitterschap van professor Jan de Quay uit Tilburg. In 1936 werd het Luchtverdedigingsfonds opgericht. Dit fonds moest geld bijeenbrengen op militaire vliegers op te leiden voor een speciaal militair vliegbrevet. De piloten met dit brevet zouden dan bij een mobilisatie direct kunnen worden ingezet. Op kosten van het fonds hadden in 1940 meer dan 100 mannen het vliegbrevet gehaald.

Op donderdagavond 17 juni 1937 was er een bijeenkomst met prof. De Quay in een zaal van In den Vergulden Turk, waarin een Leidse comité werd gepresenteerd. Voorzitter werd prof. J.M. van Bemmelen, ondervoorzitter mr. C.P. de Vries, secretaris mr. N.G. Geelkerken (advocaat) en penningmeester E.W. Wichers Rolandet (bankier). Verder was er ook nog een algemeen bestuurslid rector L. Beune. Het comité bestond verder uit nog dertien notabelen; de Leidse burgemeester werd ere-voorzitter.

Voor zover te achterhalen valt heeft het Leidse comité geen openbare activiteiten georganiseerd.

Op 2 mei 1942 werd de vereniging ontbonden door de Commissaris van de niet-commerciële stichtingen en verengingen. De Leidse politie bezocht op 2 juni de bestuursleden Van Bemmelen (inmiddels oud-hoogleraar), Geelkerken en Wichers Rolandet. De secretaris had alle bescheiden reeds op 1 juni naar de liquidateur Evert Jan Groen in Den Haag opgestuurd.

Jan de Quay werd in 1940 een van het driemanschap van De Nederlandse Unie. Na de oorlog was hij minister-president in de jaren 1959-1963.