Gallerie Pro Arte
Begin februari 1940 betrok de familie Kuster een van de bovenhuizen van de chique kledingzaak Maison Zurloh. Ze waren afkomstig uit Venlo. Vader was kleermaker van beroep. Dochter Giselle (1911-1972) was beeldend kunstenares en opende een gallerie met de naam Pro Arte. Het jaar 1940 begon goed met tentoonstellingen van werken van Tilla Terwindt en van Charley Toorop en Jan Sluyters. Eind november 1941 liet zij werk van de Berlijnse kunstenaar Hans Orlowsky zien. Orlowsky was professor voor monumentale schilderkunst aan de Meisterschule für das Deutsche Handwerk in Berlijn-Charlottenburg. Voor zover bekend was Orlowsky geen nazi. Maar meestal waren het exposities van minder bekende kunstenaars, overwegend schilders. Af en toe exposeerde zij ook schilderijen en plastieken van eigen hand. In oktober 1942 bijvoorbeeld was er werk te zien van de grafisch vormgever en tekenaar Kuno Brinks, die getrouwd was met een dochter van Sluyters. Brinks zou in 1943 nog een serie postzegels van zeehelden ontwerpen.
Kennelijk gingen de zaken redelijk goed, want in 1942 verhuisde de familie naar de Groenhovenstraat; de kleermakerij werd gesloten. Tot die tijd hadden zij ook nog kamers verhuurd, onder meer aan de nieuwe directeur van de Universiteitsmanege J.E. Kok en de uit Tilburg afkomstige studente Miep de Jong. Die raakten later betrokken bij het werk van Jan Meeuwse voor de spionagegroep Packard. Meeuwse beschikte over een radiozender en gebruikte deze onder meer ten huize van de familie Kusters.
Giselle kreeg een relatie met de arts Carl van Essen, met wie zij in 1945 in het huwelijk trad. Ook Van Essen was betrokken bij Packard. Na de oorlog vertrok het echtpaar Van Essen-Kusters naar Indonesië, maar keerde tamelijk snel weer terug. Giselle van Essen exposeerde nog enkele malen in Leiden en werd voorzitter van de schilder- en tekenacademie Ars Aemula Naturae. Eind 1953 verhuisde ze naar Maastricht. Ze was toen van haar man gescheiden.