Krantz, Adriaan
De broers Adriaan en Leo Krantz vormden de directie van de textielfabriek NV J.J. Krantz en zoon, gespecialiseerd in de fariacage van uniformstof. De aandeelhouders van de textielfabriek hebben in de oorlogsjaren goud geld verdiend aan de productie voor de Wehrmacht en andere Duitse organisaties. Beide directeuren waren lid van de NSB.
In tegenstelling tot zijn oudere broer Leo lijkt Adriaan Krantz (1888) een wat gematigder NSB’er te zijn geweest en wellicht ook een wat gematigder mens. Vóór de oorlog was hij bijvoorbeeld lid van enkele gemeentelijke commissies van culturele aard, zoals de commissie voor het oud-archief en voor de Lakenhal. Ook was hij lid van de vereniging Oud Leiden. Op nationaalsocialistisch vlak lijk hij niet veel activiteiten te hebben ondernomen.
Adriaan werd na de oorlog berecht door het Leids tribunaal in het kader van de Bijzondere Rechtspleging. In 1941 zou hij aan de Beauftragte voor de provincie Zuid-Holland E. Schwebel hebben doorgegeven van professoren en studenten van de Leidse universiteit die ondanks een verbod meededen aan colleges en tentamens. Ook zou Adri een namenlijst hebben doorgegeven van mensen die in mei 1941 de gordijnen hadden gesloten als teken van rouw om de capitulatie, een jaar eerder. Ernstig was de beschuldiging, dat hij een illegale organisatie zou hebben verraden, die samenkwam in het huis van de (Joodse) bakker Weijl.
Adriaan Krantz kreeg een straf van vier jaar internering, ontzetting uit beide kiesrechten en een verbeurdverklaring van fl. 100.000. Na het uitzitten van zijn straf kwam hij terug als directeur van de fabriek en ging in 1959 met pensioen. Hij overleed in 1964, 75 jaar oud.
De oorlog raakte het gezin van Adriaan hard: hun zoon Cornelis nam dienst bij de Waffen SS en sneuvelde tijdens de strijd om Stalingrad.
Foto: Erfgoed Leiden e.o. pv 31252.44a, eind 1981 (Public Domain). De textielfabriek J.J. Krantz en zoon in 1981 kort voor de sloop. Links het woonhuis van Adri Krantz.