Krantz, Leonard Pieter

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

De textielfabriek J.J. Krantz en zoon in 1981 kort voor de sloop.Leonard Krantz was de oudste beherend vennoot van de textielfabriek NV J.J. Krantz & zoon. Samen met zijn broer Adri vormde hij de directie. Als vooraanstaand Leids industrieel had hij zoals gebruikelijk posities in verschillende lokale economische organisaties. Naast functies in het Leidse bedrijfsleven had Leonard misschien enige belangstelling voor het plaatselijk bestuur in Leiden terwijl hij in Oegstgeest woonde. Veel stelde het waarschijnlijk niet voor. Zo was hij bijvoorbeeld lid van de Leidse gemeentelijke commissie voor vervoer, post en telegrafie.
Zijn politieke voorkeur was al jaren duidelijk sinds hij eind 1933 lid geworden was van de NSB met als stamboeknummer 13963. Hij was groepsleider en onder zijn leiding werd er wel eens vergaderd. Zijn politieke activiteiten bleven beperkt tot de privésfeer, in de fabriek werd er niet over gesproken. Thuis schijnt er een verwijdering te zijn geweest tussen hem en zijn gezin. Ook met zijn schoonzus Margaretha, de weduwe van zijn oudere, reeds in 1933 overleden, broer zal het niet hebben geboterd. Zij was betrokken bij de hulp aan ondergedoken Joden.
Nadat de bezetting een feit was geworden bleef Krantz de NSB trouw dienen en werd meegezogen in de ontwikkelingen. De textielfabriek bleef tot vrijwel het einde van de oorlog in bedrijf.

Politieke activiteiten
Naast het zakelijke werk bleef Krantz ook politiek actief. Dat begon al in november 1940, toen hij betrokken raakte bij de Stichting tot bevordering van de studie van het nationaal-socialisme. De bedoeling was om aan de Leidse universiteit twee bijzondere leerstoelen in te stellen. De een voor staatshuishoudkunde en de tweede voor de ideologie. Krantz kwam in de Raad van Beheer als secretaris, voorzitter werd prof. J.J. Schriecke en penningmeester de Leidse predikant Th.W. Boissevain.
Na de bijzondere gebeurtenissen op 26 november 1940 kreeg de universiteit te maken met strafmaatregelen en werden pogingen ondernomen de universiteit onder nationaalsocialistische controle te krijgen. Leo Krantz werd lid van het college van curatoren, terwijl de nieuwe NSB-burgemeester R.N. de Ruyter van Steveninck qualitate qua president-curator werd. In mei 1943 werd Krantz nog persoonlijk adviseur van NSB-leider Mussert, maar de politieke activiteiten van Krantz lijken toch vooral plaatselijk te zijn gebleven.

Na de oorlog
Na de bevrijding werd Krantz geïnterneerd en het zou tot begin 1949 duren voordat hij eindelijk werd berecht in het kader van de Bijzondere Rechtspleging. Uit de beschuldigingen aan zijn adres blijkt dat hij meer een man van het woord en overtuiging dan van de daad is geweest. Hij was weliswaar toegetreden tot de Landwacht, maar zijn betrokkenheid bij een huiszoeking in Oegstgeest en een arrestatie in Warmond werd kennelijk niet bewezen geacht. Belangrijk was wel zijn financiële ondersteuning van NSB-activiteiten in de orde van grootte van ruim fl. 800.000. Uiteindelijk werd Leonard Krantz veroordeeld tot een straf van zes jaar internering, ontzetting uit de beide kiesrechten en een verbeurdverklaring van fl. 80.000.

Na afloop van zijn internering keerde hij terug naar het bedrijf, maar trok zich al spoedig terug. Leonard Krantz overleed begin 1956, 69 jaar oud.

Foto: Erfgoed Leiden e.o. pv 31252.44a, eind 1981 (Public Domain). De textielfabriek J.J. Krantz en zoon in 1981 kort voor de sloop. Links het woonhuis van Adri Krantz.