Lignac-Enthoven, George en Henriëtte

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

In 1934 was George Lignac (1891) als hoogleraar aan de Leidse universiteit benoemd met als leeropdracht “ziektekundige ontleedkunde, algemene ziektekunde en gerechtelijke geneeskunde” (pathologie). Zijn echtgenote Henriëtte Enthoven (1895) was Joodse. In 1942 werden de anti-Joodse maatregelen aangescherpt en de arbeidsinzet voor Joden werd aangekondigd. Het echtpaar ondernam pogingen dit gevaar af te weren.

Gijzelaar
Een complicerende factor was het feit, dat Georg op 7 augustus 1942 bij een bijzondere razzia tegelijk met een aantal andere Leidse hoogleraren werd opgepakt. Dat was het gevolg van een collectieve ontslagaanvraag door een groot aantal Leidse hoogleraren en lectoren enkele maanden eerder als protest tegen de dreigende nazificering van de Leidse universiteit. Lignac was per 1 juni ontslagen. De opgepakte hoogleraren werden als gijzelaar vastgehouden in het gijzelaarskamp St. Michielsgestel. Lignac werd op 18 december 1942 door de Rijkskommissaris uit gijzelaarschap ontslagen, formeel in verband met het komende Kerstfeest. In feite werden de meeste gijzelaars (er hebben in totaal vele honderden mannen in St. Michielsgestel gezeten) naar huis gestuurd omdat de bezetter aan het nut van grootschalige gijzeling ging twijfelen.
Na zijn vrijlating moest hij zich iedere week melden bij de plaatselijke politie.

Lignac werkte verder als arts. Als reactie op de overval op het Oegstgeester distributiekantoor op 9 november 1943 werden diverse inwoners van Oegstgeest door burgemeester O.L.J. Sikkens verplicht een aantal uren wacht te lopen. Lignac moest op 1 januari 1944 van af 13.00 uur tot 18.00 uur wachtlopen rond het gemeentehuis, het distributiekantoor, politiekantoor en politiebureau. Ze mochten tijdens deze uren met niemand spreken, niet roken, niet eten of drinken en niet schuilen wegens slechte weersomstandigheden. Dergelijke opdrachten werden gebruikt om bekende tegenstanders van de bezetter te pesten.

Het echtpaar Lignac kwam in 1954 om het leven, toen het KLM-vliegtuig waarin zij zaten, de Triton, neerstortte in de rivier de Shannon in Ierland.