Philipson-Soosman, Jacob en Henriëtte

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

Stolpersteine Jacob PhilipsonJacob Philipson (1903) was administrateur van het Joods weeshuis in de Roodenburgerstraat. Als enige van het personeel koos hij er voor om onder te duiken, en wel met het hele gezin, bestaande uit zijn echtgenote en vijf kinderen. Daarbij waren Leny Visser en het echtpaar Stoffels betrokken. Zij brachten het gezin naar verschillende onderduikadressen. Jacob betrok een etage aan de Oude Rijn 48. Daar werd hij op 23 juni 1943 gearresteerd door de rechercheurs van de Leidse Documentatiedienst Biesheuvel en De Groot, samen met zijn schoonouders en nog een dame uit Den Haag.

Zijn vrouw Henriëtte Simons (1911) en hun kinderen konden onderduiken, onder andere ook met behulp van Johannes Post. Sara (1940) was korte tijd ondergedoken in Rijnsburg bij Piet van Egmond. Jacob Philipson en zijn schoonouders werden op 23 juli 1943 in Sobibór vermoord, zijn gezin overleefde de oorlog.

Het leeggekomen huis en werd op 1 mei 1943 door het ANBO verkocht aan een lid van de NSB. Na de oorlog kostte het de weduwe veel moeite om het huis terug te krijgen. Teleurgesteld verhuisde zij met haar kinderen naar Israël.

In 2010 werd ter herinnering aan Jacob voor dit pand een Stolperstein gelegd.