Nationaal Front (Zwart Front)
Leiden kende vóór de oorlog een kleine groep aanhangers van het Zwart Front van Arnold Meijer. Het was een kleine club, die meer gericht was op het fascistische Italië van Mussolini dan op het nationaalsocialistische Duitsland. In de eerste jaren na de oprichting in 1934 trok de beweging mensen aan uit katholieke kring, maar in 1936 werd het lidmaatschap voor katholieken door de bisschoppen verboden. Meijer was ooit student geweest aan het Seminarie in Warmond. Hoewel de beweging ook antisemitisch was verwierp Meijer de vervolging van Joden in Duitsland. In maart 1940 veranderde Meijer de naam van de beweging in Nationaal Front.
Op 20 februari 1941 kwamen ongeveer 60 aanhangers en belangstellenden bijeen in ’t Schuttershof onder wie het gemeenteraadslid H. Donders. Aanvankelijk zou de bijeenkomst plaatsvinden in de Stadsgehoorzaal, maar werd kort voor aanvang door de Duitse autoriteiten verboden. Vandaar dat men moest uitwijken naar een andere locatie. Meijer kwam rond acht uur even langs en vertrok weer na een half uur.
De voortdurende pogingen om een van Duitsland onafhankelijke koers te varen werd bestraft met het verbieden van de beweging eind 1941. Op 15 december 1941 vervoegde zich een Leidse politieman bij de penningmeester om beslag te leggen op de kasmiddelen en de bezittingen van de organisatie. Hij vertrok met een bedrag van fl. 9,85 en wat paperassen. Dat was alles.
In januari 1941 werd Joop Pollmann benoemd tot correspondent voor Leiden en omstreken. Nadat Nationaal Front tot verboden organisatie was verklaard werd hij lid van de NSB en nam dienst bij de Waffen-SS. Hij was werkzaam als SS-Kriegsberichter.
Hoewel de naam van Arnold Meijer altijd wel wordt genoemd wanneer het om het vóóroorlogs fascisme gaat, is zijn invloed verwaarloosbaar geweest.