Nederlandsche Nationaal-Socialistische Uitgeverij Nenasu
In december 1933 verbood de regering ambtenaren lid te zijn van de nog jonge NSB. Dat was een uitbreiding van het in mei afgekondigde ambtenarenverbod voor verschillende linkse en rechtse organisaties. Anton Mussert, de leider van de NSB, was hoofdingenieur van Provinciale Waterstaat van Utrecht en moest dus kiezen tussen de voortzetting van zijn loopbaan en zijn werk voor de NSB. Het verlies van zijn baan werd meer dan goedgemaakt door et riante salaris dat hij kreeg als Leider in dienst van de NSB. Mussert hield zijn zakelijk belang scherp in de gaten. Aangezien het heel goed leek te gaan met de NSB en de verkoop van het weekblad Volk en Vaderland winstgevend was, besloot hij extra inkomsten te halen uit de opbrengsten van de verkoop van NSB-publicaties. In 1934 richtte hij, samen met de tweede man van de NSB Kees van Geelkerken, de Nederlands(ch)e Nationaal-Socialistische Uitgeverij op. Het bleek een goede gok, want Nenasu bleek meer dan rendabel te zijn. Een jaar later liet de Utrechtse drukker van VoVa weten het blad niet langer te willen drukken, dus moest Mussert op zoek naar een andere drukker. Hij maakte van de nood een deugd en besloot om zelf een drukkerij te kopen én om een dagblad te gaan uitgeven. Dat werd Het Nationale Dagblad. De uitgave werd ondergebracht bij de stichting De Nationale Pers, waarvan Mussert al snel enig bestuurslid was.
Kaiserstraat 9
In 1936 kocht de stichting De Nationale Pers de de Leidse drukkerij NV v/h L. van Niftrik in de Kaiserstraat nummer 9. Ter weerszijde van de voordeur zijn thans, verborgen onder een dikke laag witte verf, nog vaag twee hardstenen naamborden van deze drukkerij te lezen. Nenasu stond uitsluitend ten dienste van de NSB, maar vooral van Mussert zelf. Hier werden het weekblad Volk en Vaderland en het dagblad Het Nationale Dagblad gedrukt. Hoofdredacteur van Het Nationale Dagblad was Meinout Rost van Tonningen. Daarnaast werd er in de Kaiserstraat veel NSB-propagandamateriaal gedrukt en bijvoorbeeld het tijdschrift Nieuw Nederland met Robert van Genechten als hoofdredacteur. Dit blad bevatte bijdragen van de meer intellectuele leden van de NSB zoals bijvoorbeeld de Leidse predikant Th. Boissevain. Verder vervaardigde de drukkerij talloze brochures, alle soorten propagandamateriaal en allerlei drukwerk voor de NSB. Mussert hield er een zeer goed belegde boterham aan over. Van oktober 1939 tot november 1940 was een zekere Hendrik .J. Kerkmeester directeur van Nenasu. In augustus 1941 verhuisde de uitgeverij naar Rotterdam. Daar werd het NSB-drukwerk voortaan gedrukt op de persen van het voormalige katholieke dagblad De Maasbode, dat door ordinair machtsmisbruik voor een appel en een ei in handen van de NV v/h L. van Niftrik was gekomen. Van Mussert dus. De Leider werd rijker en rijker.
De ‘Osser affaire’
Op 13 januari 1939 rond een uur of vier ’s middags deed de Leidse politie een inval in de drukkerij en nam een aantal vitale delen (de inktbakken) van de rotatiepers in beslag. Aanleiding was de publicatie van enkele artikelen in Het Nationale Dagblad van hoofdredacteur Meinout Rost van Tonningen, lid van de Tweede Kamer voor de NSB. Die had volgens de officier van justitie december 1938 en januari 1939 in drie artikelen beledigend geschreven over de katholieke minister C. Goseling van justitie in verband met wat was gaan heten de ‘Osser affaire’. In Oss had een speciale brigade van de marechaussee een geruchtmakende zedenzaak (waarbij een katholieke geestelijke betrokken zou zijn) onderzocht, maar was door de minister van justitie haar opsporingsbevoegdheid ontnomen. Met name de NSB beschuldigde de minister er van dat hij de zaak in de doofpot had willen stoppen.
Het stilleggen van de rotatiepers had niet alleen gevolgen voor het Het Nationaal Dagblad, maar ook voor het weekblad Volk en Vaderland, dat eveneens op die pers werd gedrukt. De NSB stapte naar de rechter en voor de Haagse rechtbank beriep de advocaat van de NSB zich op de wettelijke straffeloosheid van de drukker in dit soort zaken van belediging of smaad. Waarschijnlijk werd dit verweer gehonoreerd en kon de pers weer gaan draaien, maar Rost van Tonningen werd wegens belediging van Goseling veroordeeld tot een geldboete van fl. 200 subsidiair 50 dagen hechtenis. In hoger beroep werd de boete nog verhoogd tot fl. 500 subsidiair 100 dagen hechtenis.
Meer lezen? R. te Slaa & E. Klijn, De NSB. Ontstaan en opkomst van de Nationaal-Socialistische Beweging, 1931-1935 (Amsterdam 2009).
Tessel Pollmann, Mussert&Co. De NSB-Leider en zijn vertrouwelingen (Amsterdam 2012).