Rijck van der Gracht, Bertha de

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

Tijdens een avond pianospelen werd de studente kunstgeschiedenis Bertha de Rijck van der Gracht (1919-2009) gevraagd door een kennis, de Wassenaarse bankierszoon René van de Rivière, om mee te werken aan een illegale organisatie. René was bevriend met Emilie, de jongere zus van Bertha.
Bertha werd onderzoeker/uitbetaalster van het Leidse Nationaal Steunfonds. In de zomer van 1944 werkte ze nauw samen met het plaatselijk hoofd van Leiden Jan Bergsma. Ze gebruikte de schuilnaam Betty van Andel. In augustus 1944 vluchtten beiden naar Den Haag omdat ze de situatie te gevaarlijk vonden worden. Bergsma werd daar hoofd van het Haagse NSF, maar Bertha bleef de financiële administratie van Leiden bijhouden. Na de bevrijding werd Bertha lid van de Vertrouwensraad der Leidse illegaliteit en stelde het financiële verlag op van het Leidse NSF.

Bertha en Jan Bergsma huwden in augustus 1945. Haar zuster Emilie (1921-2010) trouwde met René van de Rivière (1919-1990). Diens oudere broer Jean studeerde rechten aan de Leidse universiteit. René van de Rivière was net als Jan Bergsma medewerker van het NSF in Den Haag.

De gezusters De Rijck van der Gracht waren afkomstig uit Nederlands-Indië. Hun vader was president van het Hooggerechtshof in Batavia, waar de zussen werden geboren. Hun moeder was een dochter van Rudolf Eduard Kerkhoven en Jenny Roosegaarde Bisschop, hoofdpersonen in de roman Heren van de thee van Hella Haasse dat in 1992 verscheen.