Siebelt, Joh.
De uit Lisse afkomstige Joh. Siebelt (1920-2000) kwam in augustus 1942 naar Leiden in verband met zijn werk op de afdeling statistiek van het Leidse arbeidsbureau. Hij ging in de kost bij de familie Van Ulden. Siebelt en Van Ulden raakten betrokken betrokken bij de Leidse afdeling van het Nationaal Steunfonds (NSF). Aanvankelijk regelde Siebelt de uitbetaling aan steungevallen van het NSF, maar als snel begon hij met het “knoeien” in de kaartenbakken van het arbeidsbureau om de uitzending van arbeiders naar Duitsland in het kader van de Arbeidsinzet te saboteren. Om dat te bereiken werden onder andere papieren vervalst. Op 4 januari 1944 dook Siebelt onder, hoogstwaarschijnlijk naar aanleiding van de aanslag op de directeur van het arbeidsbureau. Vanaf die tijd breidde hij, op voorstel van de plaatselijk leider van het NSF Gerard Everstijn, zijn activiteiten op het gebied van vervalsingen uit tot een falsificatiecentrale, de Arbeidscentrale (AC) genaamd. Daaraan ontleende hij zijn schuilnaam Joop van AC.
Al voor de Bevrijding maakte Siebelt deel uit van een katholieke groep, die na de oorlog een nieuw rooms-katholiek dagblad wilde laten verschijnen, aangezien het duidelijk was dat het rooms-katholieke dagblad De Leidsche Courant na de Bevrijding zou worden getroffen door een verschijningsverbod. Dat nieuwe dagblad, De Burcht genaamd, verscheen op 19 juni 1945. Siebelt maakte toen deel uit van de redactie. Meer daarover in een artikel in het Leids Jaarboekje van 2011 (literatuurlijst 2011B).