Veertig koeien en V1’s: een gevaarlijke combinatie
In een compleet verduisterde stad reed SS-Sturmman J. van Egmond in de late avond van 4 november 1944 rond half twaalf over de Prinsessekade toen er opeens een koe voor zijn auto verscheen. In het flauwe schijnsel van de lampen zag hij nóg een koe én vier mannen, die er haastig op de fiets vandoor gingen. Van Egmond trommelde versterking op van twee Landwachters en vijf politieagenten.
Uit onderzoek bleek, dat de koeien op de Herensingel waren ontsnapt uit een kudde van 40 koeien, die daar waarschijnlijk op de trein gezet zouden worden naar Gouda voor de Wehmacht aldaar.
De kudde was daar terecht gekomen in een transport van V1’s die daar werden overgeladen. Een Duits militair greep in, toen hij zag dat de koeien gevaarlijk dichtbij de vliegende bommen kwamen en gaf één van de koeien een klap. De koeien schrokken daar zo van, dat ze wegliepen de donkere nacht in. Rond drie uur ’s nachts waren de meeste koeien weer terug, maar een vijftal bleef onvindbaar.
De volgende dag rond half drie ’s middags meldde de Lebensmittelnausgabestelle in de ambachtsschool dat er nog drie zoek waren. Gelukkig hadden de zwarte koeien een rood nummer op de rug, zodat er op 8 november ’s avonds tegen acht uur twee koeien, die aan het signalement voldeden, konden worden aangehouden in Sassenheim. Of het de gezochte koeien waren is niet bekend, net zo min als het lot van de veertigste koe.