Rolls Royce: illegale spionage- en koeriersdienst
De Spoorwegstaking in september 1944 en het uitvallen van de tram enkele weken later, leverde voor de illegaliteit het probleem op dat berichten niet eenvoudig meer konden worden overgebracht. Daarom werd Rolls Royce opgericht, een ironische benaming voor een organisatie van fietskoeriers (meestal jonge vrouwen), die vrijwel dagelijks op vaste tijdstippen een vaste route op en neer fietsten. Zo konden berichten binnen een dag bijvoorbeeld van Amsterdam naar Den Haag worden overgebracht. Een tweede taak van Rolls Royce was het eenvoudig waarnemen en rapporteren van belangwekkende gebeurtenissen. Zo hield men bijvoorbeeld nauwlettend Duitse troepentransporten in de gaten en noteerde zo veel mogelijk bijzonderheden. RR was werkzaam in de provincies Noord- en Zuid-Holland en een deel van Utrecht.
De koeriers probeerden zich te houden aan een “dienstregeling”. Leiden lag op de lijn Amsterdam-Den Haag. Om 7 uur ’s ochtends en 14.00u ’s middags vertrok een koerier richting Amsterdam en om 10.40u ’s ochtends en 17.00u ’s middags vertrok de koerier richting Den Haag. Volgens de dienstregeling fietsten de koeriers vanuit Leiden naar Den Haag en naar Lisse.
De activiteiten van Rolls Royce in Oegstgeest komen aan bod in het boek Oegstgeest in bange dagen . Daaraan is het volgende ontleend. In oktober 1944 werd Herman van Tongeren aangesteld als plaatselijk hoofd van de plaatsen Leiden, Voorschoten, Warmond, Oegstgeest, Wassenaar-Noord, Alkemade en Hazerswoude. Ook was hij hoofdwaarnemer in Zoeterwoude, Leiderdorp en Rijnsburg. Rolls Royce had contacten met diverse illegale organisaties. In Oegstgeest werden vooral inlichtingen over de Duitse troepenbewegingen en over de aangelegde verdedigingswerken verzameld. In feite was dit spionage. De opdrachten kwamen van een zekere Paulien Langhout, die afkomstig was uit Amsterdam maar in Oegstgeest op kamers woonde. Van Tongeren verwerkte de informatie van de medewerkers in overzichten en op kaarten. Deze informatie werd door koeriersters per fiets in etappes overgebracht naar Amsterdam.
Het boek Oegstgeest in bange dagen noemt een aantal medewerkers van Rolls Royce in Oegstgeest: Frans Westrik, Elly Belgraver, mw. De Groot-Nauhuys, Jeanne Krieger, Paulien Reitsma en Annetje Slagter.
Bericht van IVO-Leiden s I/3
Er is nog wel een bron die waarschijnlijk Rolls Royce betreft. Het is een bericht, opgesteld door een onbekende persoon, die medewerker was van een onbekende organisatie: het (of de) IVO-Leiden S I/3. Voor zover valt na te gaan was dit een onderdeel van een inlichtingendienst, die voor diverse illegale organisaties belangrijke informatie verzamelde. Waarschijnlijk behoorde het IVO tot een grotere inlichtingendienst van de Binnenlandse Strijdkrachten. Dat zou kunnen blijken uit een envelop die was geadresseerd aan het Hoofd der sectie I/3 der NBS (Inlichtingendienst) te Amsterdam, gedateerd 19 maart 1945 (collectie Erfgoed Leiden). Omdat IVO de berichten nummerde weten we dat er een paar honderd berichten zijn verstuurd. Een gestage stoom van uiterst belangrijke informatie voor illegale organisaties, waaronder de illegale pers.
IVO vraagt in briefje nummer 169 van 22 maart 1945 aan de Intendant van de BS om drie personen in aanmerking te laten komen voor bijvoeding. Ze waren medewerker van een ‘met ons samenwerkende groep, welke zich bezig houdt met het verzamelen van inlichtingen’. Een koerierster fietste driemaal per week van Leiden naar Den Haag en terug, een tweede koerierster fietste driemaal per week op en neer naar Heemstede. De derde persoon, een man, fietste zes dagen per week door de omgeving van Leiden om informatie te verzamelen.
In de collectie van LO-leider Cor Kromhout (te zien in de beeldbank WO2 van Erfgoed Leiden) bevinden zich twee documenten over het voorbereiden van een estafettedienst te voet zodra er een algeheel fietsverbod zou worden afgekondigd. Daar hield men kennelijk rekening mee.
Tekst aangevuld op 16 maart 2022.