Storm, Wim
De arts Wim Storm (1913-1991) werkte aan het begin van de oorlog als neuroloog-psychiater in opleiding bij het Academisch Ziekenhuis te Leiden. Zijn chef in het ziekenhuis was de neuroloog Abraham Gans. In mei 1941 nam hij de niet-joodse patiënten van Gans over, aangezien die op last van de bezetter alleen nog maar joodse patiënten mocht behandelen. Storm had grote belangstelling voor de seksuologie en was medewerker van de Nieuw-Malthusiaanse Bond (NMB), die zich toelegde op seksuele voorlichting en de verstrekking van voorbehoedsmiddelen. Mogelijk werkte hij mee in het bureau van de NMB aan de Lammenschansweg. De NMB werd in 1941 verboden.
Storm had ook belangstelling voor politiek. Hij was sterk geïnteresseerd in het internationaal-socialisme, een stroming die op enkele zeer principiële punten afkerig was van alle bestaande socialistische en communistische partijen. In 1942 raakte hij betrokken bij de uitgave van het illegale blad De Vonk [Uit de Vonk zal de Vlam oplaaien (Poesjkin)], dat in januari 1941 voor het eerst verscheen. Hij werd in november 1942 gearresteerd in verband met de hulp aan ondergedoken Joden, maar wist te ontvluchten en leefde ondergedoken tot aan de bevrijding. Nadat een deel van de redactie van De Vonk was opgepakt werd Storm in maart 1943 hoofdredacteur van het blad. Voor De Vonk had hij in Leiden hoofdzakelijk contact met Maarten Kulk en – tot diens arrestatie in februari 1943 – Simon Wijnnobel. Toen het blad na de bevrijding werd omgedoopt in De Vlam bleef Storm hoofdredacteur tot aan de opheffing in november 1952.
Het werk voor De Vonk vormde Voor Storm maar een klein onderdeel van zijn illegale activiteiten. Veel meer was hij vanaf de zomer van 1942 betrokken bij het onderduikwerk, vooral van joodse kinderen. Tientallen kinderen werden (ook wel door hun ouders) naar het ziekenhuis gebracht waar Storm ze opving om ergens in Nederland te plaatsen. Daarbij maakte hij gebruik van zijn contacten met artsen en patiënten en in de kringen van De Vonk en de NMB. Het groeiend aantal achtergelaten kinderwagens leidde tot argwaan en uiteindelijk tot zijn arrestatie. Storm had zelf twee Joodse onderduiksters in huis, Selma Velleman (die hij van De Vonk kende) en Lies Krop. In 1943 konden zij onderduiken bij Antje Holthuis en Mien Lubbe. Selma Velleman was behalve voor De Vonk ook actief voor verschillende andere illegale organisaties. In 1944 werd zij gearresteerd en naar KZ Ravensbrück gedeporteerd. Ze beschikte over goede valse papieren zodat haar joodse identiteit verborgen bleef. Zij overleefde de oorlog. Selma Velleman publiceerde in 2020 als Sema van de Perre het boek Mijn naam is Selma over haar leven tot enige jaren na de bevrijding. Over haar is, dankzij een bijzonder optreden in de talkshow De Wereld Draait door, veel op internet te vinden, maar haar verblijf bij Wim Storm en Antje Holthuis blijft meestal onvermeld.
Tijdens zijn onderduik bleef Wim Storm niet alleen landelijk actief voor De Vonk, maar vooral ook voor de kleine onderduikorganisatie die bij De Vonk hoorde. Er waren contacten met verschillende landelijke illegale organisaties. De Sipo/SD bleef Storm echter vervolgen. Aan verschillende pogingen hem in de val te lokken of door een overval te arresteren, is hij soms met de hakken over de sloot ontsnapt.
Na de oorlog vestigde Storm zich in Amsterdam en werd de eerste voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming. Hij werd ook bekend vanwege zijn inzet voor het liberaliseren van de wetgeving inzake abortus provocatus.
Storm kreeg in 1985 de onderscheiding Rechtvaardige onder de volkeren van de Israëlische organisatie Yad Vashem.
Hij werd geïnterviewd voor het project Ook in Leiden.
Afbeeldingen uit particuliere collectie: 1) het artsendiploma van Wim Storm uit 1937; 2) een vals treinabonnement op naam van C. de Groot.