Ooggetuigen van een bewogen dag: 26 november 1940

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

ooggetuigen van 26 novemberDe naam van prof. R. Cleveringa is onverbrekelijk verbonden met de gedenkwaardige dinsdag 26 november 1940. In een met studenten volgepakt Groot Auditorium hield hij ’s ochtends een toespraak over het ontslag, dat de Joodse medewerkers van de Leidse universiteit boven het hoofd hing. Het lijkt er soms op, dat deze jobstijding alleen in het Groot Auditorium en daarna op het Rapenburg tot commotie leidde, maar er werden die dag heel veel mensen in hee Nederland met deze antisemitische maatregel geconfronteerd, namelijk alle Joden, die in overheidsdienst waren. Bij de universiteit kregen bijna twintig medewerkers een brief met de mededeling dat zij ‘ontheven werden van hun taken’. Drie van hen waren hoogleraar: E. Meijers, M. David en de in Amsterdam woonachtige H. Sinzheimer. Daarnaast moesten er nog zeven lectoren (toentertijd privaatdocent genoemd) vertrekken en vier assistenten. Ook twee leerling-verpleegsters van het Academisch Ziekenhuis moesten op zoek naar een andere opleiding of ander werk. Hetzelfde gold voor twee ambtenaren van het Leidse distributiekantoor, Guus Barnstijn en J. Cahen.
De toespraak van Cleveringa werd aangehoord door enkele honderden studenten. André Koch kreeg een exemplaar van de tekst in handen en begon deze over te tikken en te verspreiden. Huib Drion  vertelde vijftig jaar later hoe hij die gebeurtenis had beleefd. Dezelfde ochtend hield een andere Leidse hoogleraar, de medicus J. Barge, een college over de rassenleer uit medisch-biologisch perspectief. Hij zag geen wetenschappelijke onderbouwing voor het antisemitisme. Na de middagpauze was het de theoloog prof. L.J. van Holk, die zijn studenten toesprak om kalm te blijven. De aanwezige studente Mien van Benthem Jutting schreef de tekst op en bewaarde die lange tijd. Zo bleven de woorden van Van Holk bewaard.

Op de website leiden4045 staan vele namen van mensen voor wie de 26e november 1940 een van de indrukwekkendste dagen uit hun leven werd. Van de ontslagen universitaire medewerkers hebben de meesten de oorlog overleefd. Helaas pleegde Elsa Molhuyzen-Oppenheimer al in april 1941 zelfmoord en werden vijf mensen vermoord in de vernietigingskampen. De namen van veel ooggetuigen zijn op deze website te vinden via het trefwoord 26 november 1940.