Herrijzend Nederland

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

Folder Herrijzend NederlandHet boek De ondergrondse pers 1940-1945 vermeldt over Herrijzend Nederland het volgende:

Na de inlevering van de radiotoestellen in de zomer van 1943 werd door enkele personen een nieuwsbulletin uitgegeven. In de loop van 1944 werden omvang en inhoud uitgebreid. Enkele namen van medewerkers waren: H. Heemskerk, J.H.J. Herfkens, A.J. de Rijck, G.G.J. Samson en J.A.P.A. Steinman. Na de bevrijding werd de uitgave als neutraal dagblad voortgezet, nadat een poging om tot een rooms-katholiek dagblad te komen door een controverse was mislukt.

Leiden4045: Dit is een erg korte mededeling, waarachter uiteraard veel meer schuilgaat. Het verhaal van Herrijzend Nederland is uitgezocht door een zoon van een van de medewerkers, André de Rijck jr., die het nu volgende artikel heeft geschreven.

Oprichting
Het initiatief tot oprichting van een nieuwsblad is in het najaar van 1943 door Bob Samson genomen. Voor de titel werd Herrijzend Nederland gekozen. De eerste stencilpost bevond zich in de woning van André en Rie de Rijck-Tijssen aan de Bruggestraat 1 te Zoeterwoude-Rijndijk. Op dit adres werden ook de nieuwsberichten beluisterd en uitgetypt. In de perioden dat de elektriciteit uitviel stond er een aangepaste fiets klaar waarbij de dynamo voor het benodigde licht moest zorgen. Het werd de taak van Bob Samson om dan de pedalen te bedienen. Met een zelfgemaakte kristalontvanger konden de radioberichten alsnog ontvangen worden. De ondergedoken Roel van de Heuvel was verantwoordelijk voor de spotprenten en tekende later ook de kop van het blad.
De eerste exemplaren werden in beperkte oplage op 26 februari 1944 gestencild. Het blad verscheen iedere dag waarbij de gemiddelde oplage 500 stuks was. Ook op de meeste zon- en feestdagen werd er een editie uitgegeven. Tegen het einde van de bezetting verscheen het met zowel een ochtendeditie en als met een avondeditie. Op 9 juni 1945 verscheen het laatste nummer van het blad en hield het op te bestaan.

Papiervoorziening en verspreiding
In de begin periode was het niet altijd gemakkelijk om aan papier te komen. Herrijzend Nederland is dan kenmerkend vanwege het kleine formaat waarin de uitgave wordt gemaakt. Een vel A4 werd in vieren gesneden zodat het formaat 10 x 15 centimeter bedroeg. Vanaf november 1944 kon er in ruime mate papier gekocht worden bij de firma Goddijn in Leiden zodat papierschaarste nooit meer een probleem is geweest voor de uitgave van het blad. De voornaamste geldgevers waren de heren Bontebal en Van de Valk. Ook huisarts J.J. Persant Snoep kwam menigmaal langs om geld te geven voor de uitgave van het blad. Soms werden kaarsen als gift afgegeven aan de groep. Bij uitzondering werden er exemplaren verkocht aan de draagkrachtige lezers.
Tot nu toe is er niet veel bekend hoe en waar het blad werd verspreid. Dit gebeurde onder andere bij een kapperszaak in Leiderdorp waar Rie exemplaren ter verspreiding achterliet. Bob Samson had een vijftal contacten in Leiden en Ko Herfkens bracht exemplaren weg in Hazerswoude. De exemplaren werden bij de verspreiders in de bus gedaan die zelf voor verdere verdeling verantwoordelijk waren. In verband met de veiligheid werd zo min mogelijk contact opgenomen met de verspreiders en lezers.

Stencilposten
Dat het stencilen in een huiselijke omgeving niet ideaal is kwam tot uiting in een moment van onoplettendheid tijdens de stencilwerkzaamheden. Verspreid in de huiskamer lagen wat exemplaren van Herrijzend Nederland te slingeren. Voor het driejarig dochtertje van Rie en André, Tonny, was dit een leuke afleiding van het dagelijks gebeuren en zij heeft toen enkele exemplaren tegen de binnenkant van de ramen geplakt. Gelukkig werd het snel opgemerkt en konden de blaadjes van de ruiten afgehaald worden.
Op zekere dag kwam melkboer H. in bedekte termen waarschuwen dat er een razzia bij De Rijck zou plaats gaan vinden. Deze melkboer stond als NSB-gezind bekend, reden te meer waarom zijn warrige verhaal aan Rie de Rijck over illegaal werk en invallen van de Duitsers, in combinatie met het feit dat hij buiten de normale bezorgroute speciaal één liter melk kwam brengen, werd opgevat als een serieuze waarschuwing die ter harte moest worden genomen. Zeer snel is toen de stencilpost verplaatst naar de nabij gelegen woning van de oud-burgemeester van Zoeterwoude de heer Wap. De heer Wap zelf wist hiervan niets, maar zijn zoon zat in het complot. Vanuit de kelder van dit huis heeft de groep enige dagen verder gewerkt totdat een vriendin van Ko Herfkens plotseling voor de deur stond. Men vreesde dat locatie van de stencilpost wederom niet meer veilig was en besloot opnieuw om weg te gaan.
Omdat Joop Steinman werkzaam was op het gemeentehuis te Leiderdorp en een sleutel van het pand had, werd besloten om voortaan daar te gaan stencilen. Dit had tevens het voordeel dat men de beschikking kreeg over een elektrisch aangedreven stencilmachine. De oplage zou stijgen tot 1000 stuks. Nadat al het personeel van het gemeentehuis vertrokken was werd hier, voornamelijk in de avonduren, gestencild. Het moedervel van de stencils werd nog wel op het adres aan de Bruggestraat getypt door Rietje Duim, de vrouw van Joop Steinman. Ook de luisterpost bleef op dit adres. Deze situatie heeft zich tot na de bevrijding voortgedaan. Tot een definitieve huiszoeking door de bezetter is het echter nooit gekomen.

Misleiding
Om de indruk te wekken van een groots opgezette organisatie verzon de groep in maart 1945 een samenwerking tussen de redactie van het blad Wereldnieuws en de redactie van Herrijzend Nederland. Vanaf 3 maart tot en met 27 maart verscheen Herrijzend Nederland met de vermelding van deze samenwerking in de subtitel verwerkt. Wanneer Wereldnieuws exact is uitgegeven is onbekend, maar dit is waarschijnlijk 20 maart 1945 geweest. Het blad is maar één maal verschenen onder deze naam. De datum die op het blad staat vermeld komt niet overeen met de datum waarop het nummer is verschenen. Ook de jaargang en de nummering was verzonnen.

Andere uitingen van verzet
Naast het uitgeven van het illegale blad zijn er door enkele leden van de groep in de Hongerwinter activiteiten ontplooid die te maken hadden met de antipathie tegen de zwarthandelaren in de buurt. Voornamelijk werden deze lui van hun energie- en voedselvoorraden beroofd. De ‘in beslag genomen’ kolen en het voedsel werden verdeeld onder de noodlijdende buurtbewoners aan de Hoge Rijndijk. In november 1944 is er door Herrijzend Nederland nog een waarschuwing verspreid aan collaborateurs uit de omgeving van Hazerswoude om niet mee te werken aan het slachten van vee.

Leiden4045: Intrigerend is de zinsnede aan het einde van de beschrijving in De ondergrondse pers ‘nadat een poging om tot een rooms-katholiek dagblad te komen door een controverse was mislukt.’ Het gaat hier om het dagblad  De Burcht, dat op 19 juni 1945 voor het eerst verscheen. Dit komst van dit blad was al in 1944 voorbereid, toen duidelijk werd dat De Leidsche Courant na de Bevrijding zou worden getroffen door een verschijningsverbod.

Voortzetting als legaal blad: de controverse
Na de Bevrijding had ieder illegaal blad in beginsel  het recht om te blijven verschijnen. De redactie van Herrijzend Nederland diende bij het Militair Gezag een verzoek in voor een vergunning met de bedoeling om in Leiden als dagblad te gaan verschijnen. Het Militair Gezag zag zich nu voor een probleem gesteld, omdat er sprake was van toezeggingen aan de Katholieke Perscommissie dat er in Leiden een katholiek blad gedrukt zou mogen worden op de persen van de voormalige De Leidsche Courant onder de nieuwe naam De Burcht. Herrijzend Nederland werd aangemerkt als katholiek blad en om te voorkomen dat er twee katholieke dagbladen zouden verschijnen in Leiden diende er een samenwerking te komen tussen de beide bladen. De Katholieke Perscommissie (in de persoon van rector L. Beune) legde deze opdracht naast zich neer met als resultaat dat er van samenwerking niets terechtkwam en het dagblad De Burcht zonder verdere medewerking van de redactie Herrijzend Nederland is uitgegeven.

Leiden4045: Tot zover de bijdrage van André de Rijck jr

Bronnen: Lydia Winkel en H. de Vries, De ondergrondse pers 1940-1945 (derde druk Amsterdam 1989) nr 227. Overgenomen met toestemming van het NIOD te Amsterdam. Over de perikelen met het dagblad De Burcht verscheen een artikel in het Leids Jaarboekje van 2011 (Literatuurlijst 2011B) van de hand van Alphons Siebelt. Het verhaal is grotendeels ook te lezen op Wikipedia, maar die tekst is ook afkomstig van André de Rijck jr.