Internationale Vereeniging Bellamy

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

De Bellamy-beweging is geïnspireerd op de gedachten van de Amerikaanse schrijver en utopist Edward Bellamy (1850-1898). Hij is het bekendst geworden door zijn boek uit 1888 Looking Backward: 2000-1887 (Terugblik uit het jaar 2000), waarin hij de utopische wereld in het jaar 2000 beschrijft. Zijn opvattingen werkte hij uit in zijn boek Equality (Gelijkheid voor Allen) uit 1897. Een jaar later stierf hij, maar zijn ideeën sloegen aan en en inspireerden veel mensen met een idealistische inslag. Er ontstond een beweging die propaganda maakte voor die ideale wereld en weerklank vond in verschillende landen in Europa. In oktober 1935 werd er een afdeling Leiden opgericht van de Internationale Vereniging Bellamy, die gevestigd was in Den Haag. De eerste voorzitter was de arts H. Koch, al spoedig opgevolgd door de verzekeringsagent H.N. Arnold.

In plaats van hier in te gaan op de theorieën van Bellamy is het nuttig om eens aan te geven wat er door een prominente aanhanger over werd gezegd voor een groot publiek. De ideale wereld van Bellamy raakte vanaf 1935 in Leiden bekend in wat ruimere kring. Enkele malen per jaar hield de vereniging een propaganda-avond. Op 4 oktober 1939 hield de voorzitter van de Nederlandse afdeling P. IJssel de Schepper uit Den Haag een voordracht in de kleine Stadszaal, waarin hij de Bellamy-gedachte uiteenzette. Het verslag in de twee Leidse dagbladen (ongetwijfeld van één en dezelfde verslaggever) gaf de inhoud van de voordracht in grote lijnen weer:
Het is nodig de moordende concurrentie op elk gebied, de afbraak onder andere door beperking en vernietiging der productie en van strijd en oorlog op elk gebied, in een van broederschap in de praktijk, zoals ons door Jezus Christus is geleerd, d.w.z. van samenwerking, van opbouw en van vrede. Deze broederschap in de praktijk brengt ons de Bellamy-gedachte, zij geneest drie wetten waarop het economische stelsel waaronder wij nu leven, gebaseerd is, n.l. die van vraag en aanbod, van productie, distributie en consumptie en van waarde, prijs en inkomen. Zij zijn ongeneeslijk ziek omdat thans vraag (de koopkracht) in plaats vn groot, klein is en steeds kleiner wordt en het aanbod (de productie) in plaats van klein groot is en steeds groter wordt als zij niet kunstmatig beperkt wordt. In de Bellamy-economie is alles gebaseerd op de behoefte en zijn deze drie wetten dus weer gezond.’
Na een verder uitleg over de Bellamy-ecomomie besloot IJssel de Schepper met het noemen van drie gunstige effecten: het geld zou verdwijnen, net als de vermogensdelicten en er zou door de behoorlijke, morele en technische opvoeding van alle kinderen een maatschappij ontstaan van behoorlijk opgevoede mensen en een goed werkende beroepskeuze. Als vierde vooreel noemde hij dat er geen oorlogen mee zouden komen.

De Vereeniging werd in 1941 door de Bezetter verboden en alle bezittingen werden geconfisqueerd. Veel zal dat niet zijn geweest.