De Nederlandse Verzetsorganiatie (NVO)

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

De Nederlandse Verzetsorganisatie was de nogal weidse benaming van een groep rond de Leidse illegale werker Lex Bernard. die vanaf september 1944 tot na de Bevrijding heeft bestaan. De NVO richtte zich op de hulp aan onderduikers en gaf in 1945 een eigen illegaal blad uit, Strijdend Nederland.
Lex Bernard was al vroeg betrokken bij de hulp aan ondergedoken Joden. Als ambtenaar op het Leidse distributiekantoor zorgde hij voor distributiebonnen. Hij groeide uit tot een centrale figuur voor de illegaliteit op het Leidse distributiekantoor. Na zijn onderduiken in februari 1944 bleef hij de regie voeren over de clandestiene verstrekking van distributiebescheiden aan onderduikers.
In 1943 werd hij los-vast medewerker van de Leidse afdeling van de Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers (LO), maar behield een zekere reserve tegen deze organisatie. Bernard kreeg om diverse redenen steeds meer moeite met de aard en werkwijze van de LO. Vooral de alsmaar toenemende omvang van het onderduikerswerk zag hij steeds meer als een risico.
Het kwam tot een breuk toen Bernard in september 1944, kort na het begin van de Spoorwegstaking, de aanzet gaf tot een wilde staking bij de NZHTM (de “blauwe tram”). De tramstakers verwachtten doorbetaling van hun loon, net zoals dat het geval was bij het personeel van de NS, maar dat bleek niet te zijn geregeld. Het Leidse Nationaal Steunfonds, dat de lonen van het stakende personeel van de NS uitbetaalde, zag zich gedwongen ook nog de lonen van het stakende trampersoneel uit te betalen.
Bernard maakte zich los van de LO en ging met een aantal mensen waarmee hij al langer samenwerkte als de groep ‘Lex’. Vooral op papier gebruikte hij de benaming Nederlandse Verzetsorganisatie, soms met de toevoeging ‘Afdeling Leiden’. Na de LO en het  NSF werd de NVO de derde grote organisatie voor hulp aan onderduikers in Leiden.
Van de NVO is een nagenoeg complete administratie bewaard gebleven. Daaruit blijkt, dat de NVO gedurende korte of langere tijd rond de 275 personen heeft gesteund. Net als bij andere illegale organisaties bleef de financiële kant een hardnekkig probleem. Bernard schoot daarom maandenlang flinke bedragen voor uit eigen zak. Hij sloot persoonlijk verschillende leningen af en organiseerde zelfs een keer een loterij, die fl. 6500 opbracht. Begin 1945 werd een eigen blad uitgebracht met de titel Strijdend Nederland. Daarmee hoopt Bernard geld op te halen, zoals ook andere bladen wel deden.
De NVO bleef bovenal de organisatie van Bernard. Door zijn eigenzinnig optreden en zijn openlijk geuite kritiek op misstanden, maakte hij zich persoonlijk bij andere organisaties niet geliefd, maar omdat zijn medewerkers op het Leidse distributiekantoor van groot belang waren, bleven de contacten intensief. Bernard onderhield ondanks alles goede zakelijke contacten met andere illegale organisaties en met ambtenaren op het gemeentehuis, het arbeidsbureau en de politie. Dat zorgde ervoor, dat veel onderduikers hun papieren (terug)kregen en op die manier officieel geen onderduiker meer waren. Zo konden zij dan toch gewoon hun distributiebonnen e.d. ophalen.
Na de Bevrijding werd de NVO uiteraard snel opgedoekt. Bernard probeerde  Strijdend Nederland om te zetten in een weekblad, maar die poging mislukte. Na het opmaken van de rekening bleek er een fors financieel tekort te zijn, dat geheel door Bernard werd gedragen.

Meer lezen? In het Leids Jaarboekje van 2007 verscheen het artikel Een illegaal gaat zijn eigen weg en in het boek ‘Hij zit bij de onderduikersbond is een hoofdstuk gewijd aan Lex Bernard en zijn NVO (literatuurlijst 2007C en 2015B).

2007C