Joods weeshuis

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

In 1929 werd aan de Roodenburgerstraat een Joods weeshuis geopend, dat een landelijke, en in de jaren dertig een internationale functie zou vervullen. De officiële benaming luidde Centraal Israëlitisch Kinder- en Doorgangshuis Machseh Lajesoumiem. Het tehuis was niet uitsluitend voor weeskinderen, er zaten ook kinderen van wie de ouder(s) tijdelijk niet voor het kind kon(den) zorgen. Het weeshuis, dat gebouwd werd voor de opvang van 58 kinderen,  werd geleid door Nathan Italie (1890), die er ook woonde met zijn (tweede) vrouw Elisabeth (1902) en hun twee kinderen Hanna en Elchanan. Het weeshuis had een Joods-orthodoxe inslag, maar ook niet-orthodoxe kinderen waren welkom en in het bestuur zaten ook niet-orthodoxe Joden, zoals L. Levisson, de directeur van de Rotogravure aan het Galgewater.

Nadat de nazi’s in 1933 in Duitsland de macht hadden gegrepen kwam er een stroom van Joodse vluchtelingen op gang. Het weeshuis nam herhaaldelijk vluchtelingkinderen op, onder wie ook kinderen die Polen waren geboren en die in Nederland waren geboren uit gevluchte ouders.
De anti-Joodse maatregelen, die in het bezette Nederland van kracht werden, troffen uiteraard niet alleen het personeel, maar ook de kinderen van het weeshuis. Vooral het verbod, in september 1941, om naar gewone scholen te gaan, betekende een heftige confrontatie met het antisemitisme. De jonge kinderen moesten naar de Joodse lagere school aan het Pieterskerkhof, de ouderen naar het vervolgonderwijs in Den Haag. De jongsten werden opgevangen in het gebouw van de Leidse synagoge door Lotte Adler, die in het weeshuis woonde. Enkele kinderen moesten gedwongen thuisblijven.

Op 17 maart 1943 kwam het einde. Over de ontruiming van het weeshuis is al veel geschreven. Er kwam politie, die alle aanwezige bewoners, kinderen en personeel, afvoerde.  Er waren mogelijkheden om onder te duiken, maar de directeur wenste daar geen gebruik van te maken. Een buurman en zijn vrouw, Hijme en Eef Stoffels, hebben zich beijverd om te redden wie er te redden viel en om de bewoners, die in Westerbork terecht waren gekomen, iets toe te sturen. Op enkele na zijn ze allemaal vermoord, de meesten waren eind maart al dood.

Het nu verder leegstaande gebouw werd op enig moment in gebruik genomen door de Hitlerjugend, die er een Jugendheim in vestigde. Op Dolle Dinsdag 5 september 1944 kwam het weer leeg te staan. Aan het einde van de maand werd het gebruikt voor de uitreiking van nieuwe voedingskaarten voor de gaarkeuken. Kort daarop werd er een noodhospitaal in gevestigd.

Over het Joods weeshuis bestaat een uitzonderlijk goed gedocumenteerde website met veel informatie, foto’s en literatuurverwijzingen. De website is ooit opgezet door de inmiddels overleden Frans Hoek en wordt thans verzorgd door de Stichting Herdenking Jodenvervolging Leiden. Van alle kinderen en personeelsleden, die op die 17e maart in het weeshuis woonden of werkten hebben er 56 de oorlog niet overleefd. Zeven van hen waren eerst ondergedoken. Slechts vier kinderen hebben de oorlog overleefd. Twee van hen zijn uit Westerbork vrijgelaten op grond van het feit, dat ze werden aangemerkt als halfjood.

Bronnen:
In 2021 verscheen het boek van Jaap Focke Machseh Ljesoumim. A Jewisch Orphanage in the City of Leiden, 1890-1943, dat in gedrukte vorm te koop is, maar kan worden gedownloaded. Het boek is geschreven in het Engels.
Voor verdere literatuur zie de website van de Stichting Herdenking Jodenvervolging Leiden.