Centrale keukens
Op 3 oktober 1944 werd het systeem van de gaarkeukens in gebruik genomen. De organisatie kwam in handen van het Bureau Massavoeding gevestigd in de Breestraat op nummer 125. Er kwamen drie centrale keukens, waar voedsel werd bereid. Het voedsel werd na bereiding in gamellen naar de uitreikposten gebracht, meestal gevestigd in openbare gebouwen zoals scholen.
In 1944 blijkt de Rijkskeuken gevestigd te zijn in de conservenfabriek Vianda van Jan Verhoef. Deze fabriek was januari 1942 geopend in fabriekspanden aan de Langegracht en aan de achterzijde aan de 3e Binnenvestgracht. Eigenaar Jan Verhoef was in maart 1942 opgepakt door de Sipo/SD in verband met “Jodenhulp” en was in augustus 1944 vrijgelaten uit het concentratiekamp Sachsenhausen. In de tussentijd was het bedrijf met kunst- en vliegwerk overeind gehouden door zijn familie. Vanaf oktober 1944 werd de fabriek door de vader van Jan Verhoef, als diens gemachtigde, verhuurd aan Massavoeding om te dienen als Rijkskeuken.
Een tweede centrale keuken was ondergebracht bij de snelvriesconservenfabriek VITA. Dat was een vestiging van een Rotterdams bedrijf, sinds 1940 gevestigd aan de Hogewoerd 183. In 1941 kreeg het een nieuwe directeur, C. Th. Koch uit Löwenberg, Silezië. Het doet vermoeden, dat de bedrijfsleiding nationaalsocialistisch of in ieder geval Duitsgezind was. Het feit, dat er in augustus 1942 een bedrijfsappel van het Nederlands Arbeidsfront, de nationaalsocialistische vakbond, plaatsvond, versterkt dit vermoeden. Zo’n bedrijfsappel was bedoeld om het personeel voor te lichten over en te winnen voor de nieuwe, nationaalsocialistische opvattingen over de verhoudingen binnen het bedrijf. In 1944 (en waarschijnlijk eerder) werden er maaltijden voor de Wehrmacht gekookt.
Een derde centrale keuken werd hoogstwaarschijnlijk benut als aanvulling op de twee overige keukens. Met Peter Verhoef, de vader van Jan Verhoef, werden afspraken gemaakt over het gebruik van zijn vleesconservenfabriek aan de 1e Binnenvestgracht 8-10.
De verwachting was waarschijnlijk, dat een groot deel van de Leidse bevolking van de gaarkeukens gebruik zou gaan maken en de eerste weken was dat ook zo. Daarna daalde de belangstelling. Om die reden daalde de productie van Verhoef na twee weken al van 12.000 naar 9.000 liter, om vervolgens te zakken naar 5.000 liter per dag. Eind oktober werd Verhoef bedankt voor zijn diensten en werd het bedrijf stilgelegd. Begin januari werd Verhoef weer ingezet, omdat de vraag naar maaltijden sterk was gestegen. Verhoef bleef produceren (maximaal 15.000 liter) tot net na de Bevrijding. Op 7 mei werd de relatie door Massavoeding met onmiddellijke ingang verbroken. De was een gegronde reden voor: er waren vaak ernstige klachten geweest over de kwaliteit van de maaltijden.
Daarnaast blijkt er ook nog te zijn gekookt in de huishoudschool aan het Rapenburg 8, en in de RK Vakschool voor meisjes. Wellicht dat er in de Hongerwinter ook nog tijdelijk van andere, kleinere keukens gebruik is gemaakt. Mogelijk werd er ook nog gekookt in de keuken van de conservenfabriek van Nieuwenhuizen aan de Morsweg, maar daar is verder niets over te vinden.
De maaltijd van de gaarkeukens maakten deel uit van het totale rantsoen aan voedingsmiddelen dat op de distributiebonnen kon worden gekocht. De maaltijden konden worden afgehaald tegen afgifte van een bon van de speciale voedingskaart. Een voedingskaart was gedurende een aangewezen periode van veertien dagen geldig. De kaart kostte fl. 1,40 en kon alleen worden verkregen tegen inlevering van bonnen van de noodkaart. Daarvoor kreeg men dus veertien maaltijdbonnen voor veertien opeenvolgende dagen. Wie niet op tijd een voedingskaart had gekocht had gewoon pech en kon geen gebruik maken van de gaarkeuken. Ook wie zijn kaart was kwijtgeraakt kreeg niets. Het was hardvochtig tegenover de onfortuinlijke mensen zonder kaart, maar kennelijk liet het systeem weinig nazorg toe. Massavoeding maakte per periode van veertien dagen een raming van de benodigde grondstoffen aan de hand van het aantal verkochte voedingskaarten. Dat aantal varieerde dus per periode.
De eerste week dat de gaarkeuken open was, werden er ruim 61.000 porties afgehaald, de week erop was dat al tot 51.000 gedaald. Gedurende de Hongerwinter daalde dat aantal nooit minder dan 46.000 porties per dag bereid. In totaal heeft Massavoeding in haar bestaan tot medio juli 1945 ruim 2 miljoen voedingskaarten verkocht.