Elburg-Vlaar, George en Anna van
In 1934 nam George van Elburg (1908) een kleine drukkerij over aan de Dorpsstraat in Warmond. Hij had het vak geleerd in New York, waar hij met zijn ouders en broers en zussen een tijdlang had gewoond. Behalve het gewone handelsdrukwerk gaf hij een blad uit, het Warmond’s Advertentieblad.
Katholieken
Een grote markt voor zijn drukwerk vond hij in de plaatselijke katholieke wereld, waarin hij een prominente plaats innam. Van Elburg werd in 1936 voorzitter van de Warmondse RK middenstandsvereniging De Hanze en in 1937 van de plaatselijke afdeling van de RK Staatspartij. Daarnaast werd bestuurslid van een aantal andere katholieke organisaties. Er ontstond vriendschap met de geestelijke Martinus Jansen, professor van het vlakbij gelegen Philosophicum (seminarie).
Vervalsingen
Op een dag kwam Jansen bij hem met een opmerkelijke vraag, namelijk of hij valse papieren wilde drukken. Misschien was Van Elburg op het moment dat hij door Jansen werd gepolst al met clandestiene zaakjes bezig. De toenmalige hulp in huis Riet Hekker vertelde in een interview uit 2014 dat er in de drukkerij veel plaatjes van de koninklijke familie werden gedrukt. Dit interview is te beluisteren op de website van ELO in de rubriek Uw verhalen.
Het is heel aannemelijk dat Jansen een proefballonnetje opliet op verzoek van kapelaan H. van Drunen van de Leidse Petrusparochie. Jansen kende Van Drunen zeer goed uit de tijd dat de laatste kapelaan in Warmond was geweest. Ook Van Elburg en Van Drunen hadden elkaar in die tijd leren kennen. Van Drunen was qualitate qua geestelijk adviseur geweest van alle Warmondse katholieke organisaties tot hij in de zomer van 1936 tot kapelaan werd benoemd in Boskoop. De deken van Boskoop was Zacharias de Korte die lid was van de Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers, in 1944 werd gearresteerd en maart 1945 omkwam in KZ Bergen-Besen. De Korte was ook professor aan het seminarie. De katholieke geestelijkheid was so wie so een groep waarin iedereen elkaar kende.
De Arbeidscentrale
Van Elburg ging akkoord met het verzoek van Jansen en werd de huisdrukker van de Arbeidscentrale, de falisifiactie-afdeling van het Leidse Nationaal Steunfonds. Tot aan de Bevrijding heeft Van Elburg grote hoeveelheden vals drukwerk voor de AC vervaardigd. Voor clichés kon Van Elburg onder meer terecht bij NV Foto-litho Inrichting Koningsveld in de Breestraat. Enkele voorbeelden staan afgedrukt in De Leidsche Courant van 4 mei 1965 en zijn te zien op de afbeelding. Hier volgen enkele voorbeelden.
Nederlandse Arbeidsdienst
Per 1 januari 1943 werd de Nederlandse Arbeidsdienst verplicht voor jongemannen die 18 jaar oud werden en in overheidsdienst werkzaam waren of wilden komen. Ook degene die in het bijzonder onderwijs wilde werken moet een half jaar bij de NAD dienen. In katholieke en protestantse kringen werd daartegen bezwaar gemaakt, maar dat had geen effect. Later werd de dienstplicht uitgebreid tot alle jongemannen vanaf 18 jaar.
Van Elburg drukte valse briefjes van uitstel. Voor een sluitend systeem moet er medewerking zijn geweest van ambtenaren bij de gemeente, maar daarover is niets bekend.
Legeszegels voor persoonsbewijzen
Van Elburg heeft in ieder geval blauwe legeszegels van 50 cent en bruine van 2 gulden voor op het persoonsbewijs gedrukt, evenals een flinke hoeveelheid van de controlezegels die na de invoering van de Tweede Distributiestamkaart op het persoonsbewijs moesten worden geplakt. Die zegeltjes waren zeer gewild, maar het is volkomen onbekend hoeveel er zijn gedrukt en waar ze heen zijn gegaan.
Bruine Ausweise
Met de jaarklassenregeling in mei 1943 werd voor het eerst de mogelijkheid ingevoerd om de controle te verplaatsen van het arbeidsbureau naar de straat. De mannen uit de jaren 1922-1924 kregen, wanneer zij waren vrijgesteld van de arbeidsinzet, een bruine Ausweis die zij altijd bij zich moesten dragen. Bij straatcontroles moesten zij die laten zien om aan te tonen dat ze met een geldige reden in Nederland verbleven. Voor het eerst werd het op deze manier voor een grote groep onderduikers gevaarlijk om zich op straat te begeven. Bovendien moesten zij bij de aanmelding op het arbeidsbureau hun distributiestamkaart overleggen, die dan werd gestempeld. Zonder Ausweis en zonder gestempelde stamkaart kreeg men op het distributiekantoor geen nieuwe bonnen. Zo probeerden de autoriteiten het dagelijks leven te bemoeilijken van mensen die aan de Arbeitseinsatzwilden ontkomen.
Zurückstellungsverfahren
Deze maatregel in het kader van de arbeidsinzet uit 1944 hield in, dat werkgevers voor al het mannelijke personeel vanaf 15 jaar een groene aanmeldingskaart moesten invullen. De kaarten moesten worden opgestuurd naar een speciaal aangwezen Duitse instantie. Op basis van die kaarten werd dan uiteindelijk door het arbeidsbureau een selectie gemaakt wie er een vrijstelling kreeg. Van Elburg drukte duizenden valse aanmeldingskaarten en ontvangstbewijzen, die door de Arbeidscentrale werden ingevuld en verstuurd. Zie verder het artikel over de Arbeidscentrale. Deze maatregel en de acties van de illegaliteit daartegen worden uitvoering beschreven in het boek uit 2015 ‘Hij zit bij de onderduikersbond’ van Alphons Siebelt.
Arrestatie
Eind augustus 1944 stond opeens de Duitse politie voor de deur van de drukkerij. Van Elburg en enkele medewerkers werden opgepakt omdat ze er van verdacht werden het illegale blad Christofoor te hebben gedrukt. Of dat ook werkelijk waar was is nog steeds niet helemaal duidelijk. De Warmonder Gerard van Moorsel die in de drukkerij werkzaam was heeft het altijd ontkend. Van Elburg belandde via het huis van bewaring in Scheveningen (het “Oranjehotel”) in de Rotterdamse Sipo-gevangenis Haagse Veer. Op Dolle Dinsdag namen de daar gestationeerde politiemannen de benen. Daarna verdwenen tal van dossiers uit de kantoren. Die zijn ofwel door het Duitsers zelf vernietigd, of ze zijn weggehaald door de illegaliteit, dat is niet helemaal duidelijk. Toen de politie terugkwam werden veel arrestanten vrijgelaten bij gebrek aan dossiers. Van Elburg keerde terug naar huis, maar voortaan sliep hij ’s nachts in een schuilplaats onder de vloer van de drukkerij.
Hongerwinter
In een briefje uit januari 1945 aan Van Elburg schrijft Joop Siebelt van de Arbeidscentrale: ‘Hoe staat het met de papieren van Uw bewakers? Zijn ze al gedrukt? We zijn van plan om alle mogelijke papieren na te maken. Daarom vroeg ik aan U of U misschien geen exemplaren kunt bemachtigen.’ Kennelijk was de drukkerij door de Duitsers gevorderd om zelf drukwerk te vervaardigen.
Overige contacten
Van Elburg was dan wel de huisdrukker van de Arbeidscentrale, maar hij had daarnaast ook contacten met andere illegale werkers. Een van hen was Dirk van Vliet alias Peer van Rutten en via hem ook met de Leidse ambtenaar Cor van Wijk. Van Elburg vroeg hem voor verschillende illegalen een vals persoonsbewijs te maken en Van Wijk verstrekte hem een vals persoonsbewijs met een vijf jaar vroegere geboortedatum. Daarmee was Van Elburg veilig voor de arbeidsinzet (de Liese Aktion) in 1945.
Clandestien drukwerk
In de oorlogsjaren moet Van Elburg nog veel meer illegaal werk hebben gedrukt, maar daarover is maar weinig meer bekend. Behalve illegaal drukwerk bestond er ook nog zoiets als clandestien drukwerk. Met illegaal werk doelt men op pamfletten en krantjes die rechtstreeks gericht waren tegen de bezetter en de collaborateurs. Clandestien drukwerk daarentegen zou ook in normale tijden zijn uitgegeven, maar tijdens de Bezetting mocht dat alleen gebeuren met toestemming van hogerhand, in het bijzonder de Kultuurkamer.
In de oorlogsjaren was er een verzamelaar van dit clandestiene werk Dirk de Jong. Al in juni 1945 werd er in Amsterdam een tentoonstelling gehouden van zijn collectie. Zijn boek Het vrije boek in onvrije tijd, dat pas in 1978 verscheen, bevat iets meer dan 1000 van dergelijke titels. Het is tegenwoordig gedigitaliseerd en te lezen op internet. In dat boek staan twee werken die door Van Elburg zijn gedrukt, beide van Albert Helman, pseudoniem van Lodewijk Alphonsus Maria Lichtveld. Een boekje Kerstbede uit 1944 in een oplage van 250 exemplaren en een boek Also sprach Zarathustra, “een studie over Duitsland, het Duitse volk en het Duitse karakter, aan de hand van citaten uit het werk van Duitse schrijvers vanaf de oudste tijden tot heden”. De 250 exemplaren werden gebonden door NV v.h. J.G. Pulle uit Leiden. Na de oorlog werd het opnieuw, maar nu uitgebreider, uitgegeven onder de titel Teutonenpiegel.
Dirk de Jong (red.), Het vrije boek in onvrije tijd. Bibliografie van illegale en clandestiene bellettrie (Schiedam 1978). Het is te lezen te te downloaden op internet.
Na de bevrijding
Al in de laatste maanden van de oorlog werd Van Elburg betrokken bij de plannen om zo snel mogelijk na de Bevrijding een nieuwe rooms-katholiek dagblad te gaan uitgeven omdat De Leidsche Courant zou worden getroffen door een verschijningsverbod. Het eerste nummer van dit dagblad De Burcht verscheen op 19 juni 1945; als directeur wordt vermeld G.G. van Elburg. Redacteur van dit blad werd Joop Siebelt van de Arbeidscentrale. Van Elburg zou een jaar directeur blijven totdat De Burcht werd opgeslokt door de weer verschijnende De Leidsche Courant.
De drukkerij ElWa werd na de oorlog bekend vanwege het fraaie katholieke drukwerk, onder andere plaatjes voor in het missaal van de hand van de Warmonder Pieter Geraedts.
George van Elburg overleed in 1994, zijn echtgenote Anna van Elburg-Vlaar in 2000 op 91-jarige leeftijd. Toen was George net uitgeroepen tot Warmonder van de eeuw.
Overigens werd professor Jansen in 1953 deken van Leiden en pastoor van de Lodewijkskerk. Drie jaar later werd hij de eerste bisschop van het nieuwe diocees Rotterdam.
Meer lezen?
Het boek ‘Hij zit bij de onderduikersbond’ uit 2015 gaat dieper in op het werk van de Arbeidscentrale en van drukker Van Elburg. Een deel van deze tekst is overgenomen uit dat boek met toestemming van de auteur Alphons Siebelt.