Vervalsers en vervalsingen

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

Er zijn veel verhalen over valse papieren. Het lijkt soms wel of iedereen aan valse papieren kon komen. Misschien was dat in 1945 wel zo, maar in 1942 was dat anders. In de tussenliggende jaren was het falsificatiewerk tot grote bloei gekomen. Tijdens de oorlog zijn er in Leiden verschillende vervalsers actief geweest.

Vervalsingen
Vervalsingen zijn er in verschillende vormen en gradaties. Een document kan worden vervalst door er een andere datum op te zetten of een valse handtekening. Moeilijker wordt het wanneer er een stempel of zegeltjes op moeten worden geplakt. Je moet dan aan een origineel stempel of zegeltje kunnen komen. Dan heb je iemand nodig die je dat kan leveren. Pas wanneer je alle materialen in huis hebt kan het echte werk beginnen.

Vervalsers in Leiden
Naar we mogen aannemen is het vervalsingswerk op gang gekomen in de zomer van 1942 toen de Jodenvervolging een nieuwe fase inging. Joden hadden twee grote zwarte letters J op hun persoonsbewijs. Men probeerde die letters te verwijderen, maar het was vrijwel onmogelijk om dat zonder zichtbare beschadiging voor elkaar te krijgen. Ook probeerde men persoonsbewijzen te voorzien van een andere pasfoto, maar dat kon evenmin zonder zichtbare schade te veroorzaken. Persoonsbewijzen waren zeer goed beveiligd. Sommige gemeenteambtenaren waren bereid om een vals persoonsbewijs uit te schrijven. Later beschikte de illegaliteit over hele series ongebruikte exemplaren.

DistributiebonnenArbeidsinzet
De grote vraag naar valse papieren ontstond een jaar later toen in het kader van de verscherpte arbeidsinzet talloze Leidse mannen werden aangewezen voor tewerkstelling in Duitsland. In 1944 werd de Tweede Distributiestamkaart ingevoerd, wat vooral voor onderduikers een grote bedreiging vormde. De effectiviteit van de valse papieren was sterk afhankelijk van de medewerking van ambtenaren bij de drie cruciale instanties: arbeidsbureau, gemeente en distributiekantoor.

LO en NSF
Eind 1943 waren de mogelijkheden nog beperkt maar begin 1944 werd het vervalsen een professionele activiteit. De twee grote illegale organisaties hadden ieder hun eigen kanalen en mogelijkheden. De Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers (LO) had vanaf de zomer van 1944 een eigen Falsificatiecentrale in Den Haag. Het Nationaal Steunfonds (NSF) had vanaf begin 1944 een eigen vervalsingscentrale, die de Arbeidscentrale werd genoemd. De Arbeidscentrale was gevestigd op een zolderkamer van de Leidse Schouwburg.

Kleine en soms grote zelfstandigen
Vooral de LO en het NSF hebben de Leidse illegaliteit en de onderduikers van de benodigde papieren voorzien, maar behalve deze twee organisaties door zijn er ook via andere wegen valse papieren verspreid. Door de NVO van Lex Bernard bijvoorbeeld en door Cor van Wijk, een ambtenaar van de afdeling Bevolking van de gemeente Leiden. Ook Arthur Schilp blijkt op dit gebied een noemenswaardige rol te hebben gespeeld en Hyme Stoffels. Uit nauwkeurig onderzoek blijkt, dat er in 1943 en 1944 een gespecialiseerd netwerk is ontstaan van personen die medewerker waren van grote of kleine organisaties die valse papieren verspreidden.

Lees ook het verhaal over de “fietsbriefjes”: hopelijk werkten ze tegen de inbeslagname van rijwielen en over George van Elburg.

Meer lezen?
Het boek ‘Hij zit bij de onderduikersbond’. Hulp aan Leidse onderduikers in de Tweede Wereldoorlog  van Alphons Siebelt besteedt bijna heel hoofdstuk 4 aan het werk van vervalsers.